Dit gebied is het oudste deel van Gouda. In de 12e eeuw stond op deze plaats een versterking op een ronde meters hoge heuvel, een zogenaamde “motte”. Ten oosten ervan bevond zich een grote hofstede met woongebouwen, stallen en graanschuren. Ten westen van de burchtheuvel stonden de gebouwen die de voorhofstede vormden. Het geheel vormde het adelsgoed van de Heren van der Goude, de stadsheren van Gouda. Ook een privékapel op de plek van de huidige Sint Janskerk maakte deel uit van hun domein. Rond deze burcht is Gouda ontstaan.

De hoge motte zelf werd alleen in tijden van oorlog en watersnood gebruikt; pas in de 12e eeuw werden de eerste dijken aangelegd.

De Van der Goudes zwaaiden tot 1296 de scepter in Gouda. Vermoedelijk raakten zij in dat jaar (zijdelings) betrokken bij de moord op Floris V en werden zij vervolgens als machtsfactor uitgeschakeld. Waarschijnlijk in 1304 werden de motte en de hofstede door oorlogshandelingen verwoest. Het gebied werd later met huizen bebouwd. Waarschijnlijk werd er toen ook een molen gebouwd. Deze molen is rond 1368 afgebroken, mogelijk omdat hij werd ingebouwd waardoor hij te weinig windvang had. De huidige weg dwars over de motte, die in 1369 werd afgegraven, heet daarom Molenwerf. 

De slotgracht van de motte is bij de Molenwerf nog te herkennen.